Wat het maken van social-media-scrapbooks ons leerde over nostalgie

  • Artikel
  • Social media

Facebook, Instagram, X: eigenlijk gun je ze niet langer jouw tijd en aandacht. Er zijn genoeg alternatieven, dus waarom stoppen we er niet massaal mee? Om te ontdekken wat ons tegenhoudt, nodigden we publiek uit voor een avond social-media-scrapbooks maken.

In 2010 begon ik aan Twitter. In de eerste post kondigde ik m’n aanwezigheid aan alsof de wereld iets te wachten stond. Het bleek het begin van meer gebroken beloftes. Ik tweette dat jaar onder andere dat ik mezelf ging verdiepen in SEO (nooit gedaan), nam me publiekelijk voor om vaker naar theaterfestivals te gaan (ik hoop dat ze geen stoelen hebben vrijgehouden) en breien leek het helemaal te gaan worden (laat zich raden). Het platform had de daaropvolgende jaren wisselend m’n aandacht. Net als sporten, waren er perioden dat ik kortstondig fanatiek werd. In m’n beste jaren plande ik zelfs tweets in, als een strak trainingsschema. Maar de klad kwam erin, en echte liefde werd het nooit.

‘Let that sink in’

De overgang van Twitter naar X leek een natuurlijk moment om ermee te stoppen. Maar door een nieuwe telefoon bleek tweestapsverificatie niet meer te werken. Ik had per ongeluk de deur dichtgetrokken – met de sleutel nog aan de binnenkant – en verloor de toegang. De timing was niet fantastisch. Elon Musk had nog maar kort geleden met een wasbak en slechte woordgrap de bijl in Twitter gezet. Bijna 80% van de medewerkers was de laan uit gestuurd en in het Helpcentrum was dat duidelijk te merken. ‘Het spijt ons dat jou dit overkomt’, zei de helppagina, maar verder dan geveinsde empathie kwam het niet. Herstelverzoeken werden niet beantwoord. Ik stelde me donkere, verlaten kantoortuinen voor, waar op een enkel verlicht beeldscherm mijn verzoek knipperend maar tevergeefs om aandacht vroeg.

Om de zoveel maanden herhaalde ik dit ritueel. Ik diende opnieuw een verzoek in, wachtte op de automatische bevestiging en omarmde de stilte die volgde. Dat duurde ruim een jaar. Tot daar in januari opeens een helpdesk-medewerker was. Binnen vijf minuten scrolde ik weer door m’n timeline alsof er niets was gebeurd. Na een jaar kon ik dit boek eindelijk sluiten. En toen gebeurde het onvermijdelijke: ik werd nostalgisch.

In 2011 begon ik bij SETUP. Twitter was daar getuige van. “Meeting at Setup, Dutch Game Garden Utrecht”, schreef ik op 21 februari 2011. De eerste van de honderden die volgden. Ik zag mezelf terug op het Gouden Kalveren Gala – de coole kijk-mij-hier-zijn-houding verbergt de moeite die het kostte om die dag nog een smoking te huren. Ik zag verjaardagstaarten, vakanties, vergeten liefdes en vergeten gedachten. En Twitter was getuige.

Deactivate your account?
Twijfel.

Een overgangsritueel

Big-tech was nooit zonder zonden, maar vooral de laatste maanden staan ze er niet fraai op. Mark Zuckerberg stopt met factchecken, haatzaaien is weer gedoogd en Elon Musk’s X heeft de bodem wel gevonden. In de media gaat het nu veel over alternatieven voor big-tech, zoals Bluesky, Mastodon of Pixelfed. En kranten zoals het AD vertellen lezers hoe ze hun social-media-accounts kunnen wissen, met stap-voor-stap-instructies: “Ik wil weg bij Instagram en Facebook, hoe verwijder ik mijn accounts?”

Elke handleiding laat zien dat stoppen of overstappen heel makkelijk is, vanuit praktisch oogpunt. En er is – ook door ons – genoeg geschreven over de redenen om er liever gisteren dan vandaag mee te stoppen. Het debat is ver genoeg gevorderd dat we Silicon Valley niet langer zien als de oplossing die de wereld nodig heeft. Maar er wordt zelden aandacht besteed aan de emotionele kant ervan. Wat is er nodig om closure te vinden?

Om dat te onderzoeken, nodigden we publiek uit om samen met ons een social-media-scrapbook te maken. Haal herinneringen op, print de meest memorabele foto’s en versier jouw analoge timeline met fysieke glitterplaatjes. De opkomst bestaat vooral uit eind-twintig-begin-dertigers. Dat is niet heel vreemd; zij hebben bij uitstek de opkomst van sociale media meegemaakt, en zaten in hun puberteit op de eerste rij van ‘het grote publiekelijke delen’ met Facebook. Privé-accounts waren minder gebruikelijk en berichten met een vervaldatum kwamen pas veel later. Waar sociale media precies voor waren was nog zoeken, dus werd het voor alles.

Bijna niemand van de deelnemers heeft oude accounts in de afgelopen jaren verwijderd, hooguit op privé gezet. “Maar ik gebruik het niet meer.”

Vissenfoto’s

Het ontwerp van deze platformen maakt het niet eenvoudig om terug in de tijd te gaan. Vaak is er de endless scroll: zodra het einde van de pagina in zicht is, wordt er nieuwe content ingevoegd. Er zijn geen paginanummers en dus ook geen totaaloverzicht. Je waant je eerder een archeoloog, die zich langzaam laagje voor laagje dieper de grond in scrollt om je eigen verleden te onthullen. Soms crasht er een browser onder het gewicht van al die ingeladen content en begint het graven weer vanaf nul.

Langzaam komen er oude posts naar boven – en daarmee ook plaatsvervangende schaamte voor de vroegere zelf. Overmoedige pubers met flessen drank, frustratie over schoolopdrachten, en iemand die zichzelf ziet poseren met een gevangen vis (nog lang voordat het een Tinder-cliché werd). Meer dan Instagram, dat al een gecureerd beeld geeft, zijn Facebook en Twitter een ’totaalbeeld’. Losse gedachten werden bijna real-time een post, zonder filter. Tegelijkertijd zijn er ook al gaten te zien. Delen van gesprekken missen, doordat anderen al wel hun accounts naar de eeuwige jachtvelden hebben gebracht.

Hoe je van die content vervolgens een scrapbook van maakt, zegt iets over hoe je terugkijkt. De één bouwt het chronologisch op, en laat vooral het verstrijken van de tijd zien. Een ander probeert meer een totaalbeeld van zo-was-ik te maken, met terugkerende thema’s of typisch taalgebruik. Of er wordt gekozen voor posts die veel likes opleverden, want ‘succes’.

Scrapbooken
Van workshopbegeleider Lybrich Wieringa leren we dat de Bijbel de OG van het scrapbooken was. De Bijbel was lang het enige boek dat mensen in huis hadden. Er werden verjaardagen in geschreven. Favoriete verzen werden versierd. Om daar ruimte voor te bieden, voegden drukkers steeds vaker lege pagina's toe.

Nostalgie naar wat?

Veel van ons waren vergeten hoeveel we publiekelijk deelden (“Dit is totaal gestoord”). Net als roken in de trein, of – voor een jongere generatie – smartphones in de klas. Pas als we bewust terugkijken, zien we hoeveel er veranderd is. Terugscrollen is terug zijn in die tijd. En platformen spelen daar handig op in, met functies als Memories (‘weet je nog, dit deed je x jaar geleden’).

Maar er speelt nog iets anders. Dit is niet alleen nostalgie naar ons vroegere zelf, of simpelweg naar jong zijn. Het is óók een verlangen naar de oude beloftes van technologie. Toen ik in 2010 dat Twitter-account aanmaakte, heerste er volop optimisme over de mogelijkheden. Er ontstonden overal nieuwe ideeën. Soms klein, maar impactvol. Onder de naam Socialijs reed er in Utrecht opeens een ijskar rond die via Twitter en Foursquare z’n locatie liet zien. En SETUP reed in 2010 bij events rond met een radiografisch bestuurbare auto, met daarop een mini-laptop. Bezoekers konden op een open Twitter-account direct een ervaring delen. De toekomst, die lag in dit soort nieuwe diensten. Op grotere schaal, leek Twitter opeens de Arabische Lente mogelijk te maken. Een volksopstand met een medium waar de staat geen controle over had. En dat zou pas het begin worden. Nieuwe technologie kon disruptief oude systemen omverwerpen, en zo plaatsmaken voor iets beters. De blockchain, VR, de Metaverse.

Dat enthousiasme is verdwenen. Toen schrijver Cory Doctorow in 2022 de term ‘enshittification‘ in het leven riep, was dat hét woord om uit te drukken wat iedereen al voelde. Hoe kan het, vroeg hij zich af, dat online platformen de laatste jaren steeds slechter lijken te worden? Facebook, Youtube, Uber, of Netflix; allemaal braken ze een bestaande markt open met nieuwe, hoogwaardige diensten. Maar gaandeweg wordt de kwaliteit voor gebruikers slechter om zakelijke klanten beter te bedienen, en uiteindelijk – nadat de concurrentie is weggevaagd – wordt het aanbod voor alle gebruikers slechter, om de winst te maximaliseren. Dat is het stadium waar veel grote techbedrijven nu zijn aanbeland. Het voelt niet alleen minder goed, leuk of nuttig; de kwaliteit is daadwerkelijk afgenomen.

Toegegeven, met AI zijn er nog steeds optimisten die kwispelen bij elke nieuwe, nietszeggende feature. Alexander Klopping opperde nog deze week vrolijk het idee om foto’s van je kinderen in ChatGPT te gooien, want kijk, in-de-stijl-van-Studio-Ghibli. Maar als je verder kijkt, zie je ook de collectieve teleurstelling. Er zijn talloze artikelen en video’s waarin een ‘loss of techno-optimism‘ wordt beschreven. ‘We used to get excited about technology. What happened?

Voor Cory Doctorow ligt de oplossing in data-portabiliteit, het idee dat je je content mee kunt nemen naar een ander platform. Om dat te bereiken, moeten platformen onderling met elkaar kunnen communiceren (interoperabiliteit). Big tech doet daar nog niet aan mee, maar er ontstaan allerlei alternatieven die wél inhaken op de Fediverse. Het social-media-scrapbooken laat ons alleen óók zien dat meer is dan enkel een technische vraag. Je kunt content overzetten, maar bestaat er ook zoiets als emotionele interoperabiliteit? Want hoe en waar we iets deelden, en hoe we ons daarbij voelden, zijn deel van die content, en de waarde en betekenis die we daaraan geven.

Een stap vooruit

Wat heeft een scrapbook ons uiteindelijk opgeleverd? We ontdekten dat het ophalen en delen van gênante herinneringen met vreemden een goede ‘bonding’ is. Het is collectieve herkenning, een groepsgevoel van zo-deden-we-dat-toen. Maar slechts één iemand heeft aan het einde, na het sluiten van het scrapbook, ook daadwerkelijk ‘het boek gesloten’ en een Facebook-account verwijderd. “Door deze workshop is het verwijderen eigenlijk juist moeilijker geworden.” Zodra je ziet wat er nog allemaal staat, worden oude accounts opeens een altaar, om zo nu en dan naar terug te kunnen keren.

Iemand die al eerder alle social media radicaal had verwijderd, voelde tijdens deze workshop vooral spijt. Achteraf was het gebruik van Facebook of Twitter ook “een zoektocht naar jezelf”, een manier om te zoeken naar je eigen identiteit. En dat is óók weg. Voor dit deel van je leven wil je niet afhankelijk zijn van systemen en bedrijven.

Nostalgie naar onze vroegere relatie met technologie. Dat is óók een antwoord op de vraag ‘waarom we niet massaal stoppen of overstappen’. Een scrapbook maken is niet dé oplossing, maar wel een stap richting closure. Wijsheid is minder treuren om het verleden, én minder hopen op de toekomst. Zet het boek in de kast, in de wetenschap dát je je oude zelf hebt bewaard – om er waarschijnlijk zelden meer naar te kijken.

__

De maand mei is Mei Social Vrij. Dit initiatief daagt je uit om een maand lang te leven zonder social media en zo tijd terug te winnen van big tech. Een goed moment om stil te staan bij de rol die social media in je leven speelt. Bekijk alle initiatieven op meisocialvrij.nl. Of kom op 1 mei met ons Gluur-matroesjka’s maken.