Waarom een Facebook Museum (waarschijnlijk) wel mag, maar Facebook-worst niet

  • Artikel
  • Big Tech
  • Social media

Ons geweten spreekt steeds sterker om Facebook te verlaten, maar in praktijk blijkt dit nog niet zo makkelijk. Om emotioneel closure te krijgen van dit sociale medium, richt SETUP het allereerste Facebook Museum ter wereld op. Compleet met een stichting, betrokken bestuur, en mediacampagne. Een plek waar we gezamenlijk (en niet alleen Mark) nadenken over de nalatenschap van dit platform en ons voorstellingsvermogen voor een Facebook-loze maatschappij prikkelen. Maar de vraag is: komen we hiermee weg? Hoe zorgen we dat Zuckerberg ons niet voor de rechter sleept?

Het dwarsbalkje van de ‘f’ een beetje scheef. Of juist recht. Een stukje lager. Of juist hoger. Kun jij nog opmaken wat de echte Facebook ‘f’ is? Tipje van de sluier: drie van deze ontwerpen zouden ons in de problemen kunnen brengen. “Een letter kun je als beeldmerk niet monopoliseren”, zegt Ewout Jansen, advocaat gespecialiseerd in onder andere merk- en mediarecht, “maar Facebook zal altijd een onderscheidend element willen toevoegen waardoor het net niet een normale ‘f’ is. Waardoor ruimte ontstaat om te zeggen: dit is ons beeldmerk, daar moet je van afblijven”. Frank-Jan (redacteur en vormgever SETUP) en ik zitten bij Ewout aan tafel en laten hem onze grafische ontwerpen zien. We willen namelijk even weten waar we een wettelijke grens mee overtreden.

Kleine variaties op de Facebook-f

Even Apeldoorn bellen

De eerste stap om ons museum werkelijkheid te laten worden, is een naam verzinnen en visuele identiteit ontwikkelen. Eentje die voor duidelijke herkenbaarheid zorgt, onze boodschap overbrengt, en natuurlijk ook een beetje flitsend is. Welke beeldtaal willen we daarvoor gebruiken? Welk lettertype, welk logo, en uiteraard: welke kleur blauw? Het liefst zitten we zo dicht mogelijk bij Facebook’s identiteit, omdat we de ambiguïteit van wie er ‘spreekt’ voor het publiek het liefst intact laten. Maar komen we daarmee weg?

Het lukt ons om lettertypen te vinden die exact lijken op die van Facebook. Frank-Jan: “In minieme details kun je het verschil nog zien, maar aan menig oog zal dit voorbij gaan.” Mogen we dit niet-officiële font gebruiken? En hetzelfde voor ‘hun’ duimpje?”

Het Facebook-font, of net niet?

Facebook zelf heeft uitgebreide en vrij strenge stijlvoorschriften op zijn website gepubliceerd. Zo dicteren ze dat ‘hun’ ‘f’ bijvoorbeeld niet gebruikt mag worden, ‘hun’ like-symbool ook niet, en ook niet het woordmerk “Facebook”. Als het aan hen ligt, dan mag er dus weinig. Ewout: “Je kunt de wereld niet regeren met je beleid: deze voorschriften gelden voor hen, maar bieden geen enkel wettelijk kader voor anderen. Daarnaast noemen we het woord “facebook” een zogenaamd ‘zwak merk’: het is te beschrijvend, dat kun je eigenlijk niet inschrijven (red.: in het BOIP, Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom). De rechtspraak trekt echter wel een lijn tussen associatie en verwarring. Zolang iets een associatie met een merk oproept die niet verwarrend is voor de consument, dan is het prima. Maar als deze associatie dusdanig sterk is dat daardoor verwarring optreedt bij de consument (dat wil zeggen: de consument verwacht dat dit Facebook zelf is) en deze daardoor wordt misleid of opgelicht, dan is de rechtspraak daar erg gevoelig voor…”

In dat geval kan het te subtiele verschil in onze vormgeving met die van Facebook tricky uitpakken voor ons Facebook Museum.

Dingen die vooral niet mogen van Facebook

We experimenteren ook met beeldmerken in de vorm van grafzerken en -heuveltjes, om te hinten op de eindigheid van Facebook. Duidelijk een persiflage; dit soort beelden zal Facebook namelijk zelf nooit de wereld in sturen. Van een verwarrende gelijkenis is dan dus geen sprake meer. De vraag is echter of dit te aanstootgevend, kwetsend of bedreigend wordt bevonden door Facebook zelf, en of ze daar een punt (lees: claim) van kunnen maken?

Ewout: “In het auteursrecht wordt een uitzondering gemaakt voor parodie, en sinds 2004 ook voor pastiche en karikatuur. Dat wil zeggen: als de parodie voldoende duidelijk is, dan mag het vaak. Voorwaarden hiervoor zijn wel dat er geen nodeloze gelijkenis mag bestaan (want dat is wel inbreuk op het auteursrecht), en dat de humoristische bedoeling van de parodie duidelijk moet zijn.”

Facebook grafzerk- en heuveltjes

Met andere woorden: het mag geen exacte kopie zijn van het auteursrechtelijk beschermde, en de grap moet helder zijn. Ewout illustreert de afwegingen van rechters omtrent soortgelijke gevallen met twee voorgaande arresten, waarbij de striphelden Suske en Wiske van Willy Vandersteen werden gebruikt voor verschillende parodieën. Waar dit bij de één (een porno-editie) verboden werd (de beeltenis werd te gelijkend bevonden), mocht het bij de ander (een Vlaamse politieke persiflage) wel (waar het duidelijk onderscheidend werd bevonden).

Parodie op Suske & Wiske
... en de parodie door Vlaams Belang die wel mocht.

Ewout: “Maar wat in dit soort zaken ook meespeelt, is de vrijheid van artistieke expressie die je hebt als kunstenaar, zeker als dit in dienst staat van een debat aanzwengelen. Als deze artistieke mening gerechtvaardigd is en met kritische bedoelingen een bijdrage levert aan het publieke debat, dan weegt dat zwaarder dan de inbreuk op het auteurs- of merkrecht.” Zoals bijvoorbeeld kunstenaars Nadia Plesner en Jonas Staal, die in hun werk  Simple Living en The Geert Wilders Works logo’s van luxe merken en beeltenissen van politici gebruiken om kritiek te geven op de consumptiemaatschappij en de terrorisme- en rouwcultuur van deze tijd. Het hof oordeelde in beide gevallen in het voordeel van deze artistieke expressie.

Simple Living van de Deense kunstenaar Nadia Plesner
The Wilders Works van Nederlandse kunstenaar Jonas Staal

Over de doden niets dan goeds

Daar zou voor ons Facebook Museum dus een mogelijkheid kunnen liggen. Hoewel, van louter kritiek is geen sprake: we vallen Facebook niet af met dit artistieke project, noch vertellen we slechts een negatief verhaal. Ja, we stellen dat Facebook eindig is, maar juist dat is de reden dat we dit platform nu kunnen vieren. Want wat heeft het voor zin om nog te haten op iets dat op sterven ligt? Laten we dan juist herinneringen ophalen, vieren wat het platform ons heeft gebracht en alles wat we erop verzameld hebben. We herwaarderen met dit project Facebook als kostbare plek van digitaal cultureel erfgoed. En doordat het daarmee tot een fenomeen in de menselijke geschiedenis is geworden, moet dit toch onderwerp kunnen zijn van een gedeeld debat?

Een monopolie op de duim omhoog

Een kijkje in het online merkenregister leert ons echter dat, in tegenstelling tot wat Ewout zei, Facebook wel degelijk zijn woordmerk heeft kunnen registreren. Betekent dit dat ze aan het gebruik hiervan wel rechten kunnen ontlenen? Spannend, we hebben namelijk het domein www.facebook.museum al geregistreerd en zijn op dit moment met de notaris in gesprek om Stichting Facebook Museum officieel op te richten. Ewout: “Een registratie in het BOIP is inderdaad een eerste stap, maar de rechter bepaalt uiteindelijk of dit stand houdt. Als je kunt bewijzen dat het merk te zwak is voor registratie, dan kan dit overruled worden. Dat betekent niet dat Meta niet zal proberen dit te verdedigen. Als dat succesvol gebeurt, en de rechter is overtuigd dat dit woordmerk inderdaad ‘ingeburgerd’ genoeg is, dan zul je andere argumenten uit de kast moeten trekken.”

Meta’s gretigheid om algemeen gebruikte beeldmerken en symbolen auteursrechtelijk vast te leggen is duidelijk. In 2010 deden ze een poging om het duimpje omhoog als hun like-symbool te trademarken. De USPTO, het Amerikaanse orgaan voor het registeren van patenten en intellectueel eigendom, wees dit verzoek echter af. De reden: het is een te universeel symbool “that has pre-existing secondary meaning in the public domain”. Het specifieke duimpje vormgegeven door Facebook zelf zou wel merkrechtelijk geregistreerd kunnen worden. Frank-Jan: “Maar zolang we deze zo aanpassen dat het net niet meer hun duimpje is, mogen we het gewoon gebruiken.”

Facebook's duim en een eigen variant

Kunstmatige ledematen en munitie

Wat ook opvalt in het BOIP-register, zijn Meta’s herhaalde aanvragen om Facebook opnieuw te trademarken. Het aantal categorieën van goederen en diensten wordt onder de betreffende registratie steeds verder uitbreid. Zo staan bij de registratie in 2005 slechts nog genoemd:

35. Providing an online directory information service featuring information regarding, and in the nature of, collegiate life, classifieds, virtual community and social networking;
38. Telecommunications; providing online chat rooms for registered users for transmission of messages concerning collegiate life, classifieds, virtual community and social networking.

Logisch. Maar zo zijn daar in 2018 43 categorieën bijgekomen, waaronder:

15. Musical instruments;
21. Household or kitchen utensils and containers;
27. Carpets, rugs, mats and matting, linoleum and other materials for covering existing floors;
30. Cheeseburgers, sandwiches, ham glaze, sausage binding materials, meat tenderizers;

En minder onschuldig klinkende categorieën zoals:

1. Chemicals for use in industry, science and photography, as well as in agriculture, horticulture and forestry;
10. Surgical, medical, dental and veterinary apparatus and instruments; artificial limbs, eyes and teeth; orthopedic articles; suture materials; therapeutic and assistive devices adapted for the disabled;
12. Vehicles; apparatus for locomotion by land, air or water; anti-glare devices for vehicles; automobile bodies; unmanned aerial vehicles (UAVs);
13. Firearms; ammunition and projectiles; explosives;
36. Insurance; financial affairs; monetary affairs; real estate affairs;
42. Scientific and technological services and research and design relating thereto; industrial analysis and research services.

Wat Meta precies wil met deze categorieën met Facebook laat nog even raden. Maakt niet uit, want gelukkig voor ons staat ‘museum’ er niet tussen. Zolang we maar geen worst maken.

Tussen parodie en pastiche

Het wettelijke spanningsveld tussen wat wel en niet mag in gebruik van beeldtaal lijkt zich dus te concentreren rondom “snapt men de grap” (parodie) en “is men niet misleid” (verwarring). Als we de grap dik genoeg aanzetten en zichtbaar afwijken van wat Facebook zelf aan beeldtaal naar buiten zou brengen, dan komen we er waarschijnlijk mee weg. Maar, willen wij dat wel? Frank-Jan: “De ervaring van het Facebook Museum draait juist om deze verwarring. De boodschap slaagt niet als het publiek meteen doorheeft dat dit niet echt Facebook is, maar een compleet andere partij.”

En dus is een visuele identiteit ontwikkelen die zo dicht mogelijk bij Facebook’s grafische vormgeving zit om juist deze verwarring te creëren de beste oplossing voor ons. De rechtspraak zegt per slot van rekening niets over hoe lang het mag duren voordat men de grap snapt. We besluiten het risico te nemen. Vijftien jaar lang hebben we in ons onderzoek vooral de nuance opgezocht, nu is het tijd voor een minder subtiele aanpak. No guts, no glory.

Facebook Museum

Dat betekent niet dat we gaan liegen over wie we zijn. Als men vraagt of wij van Facebook zijn, dan antwoorden we eerlijk dat dat niet zo is. “We zijn Stichting Facebook Museum”. Daarnaast vermelden we netjes een disclaimer, wellicht in de vorm van een paar verstopte kleine lettertjes (Mark, we hebben van je geleerd). “…dit is niet Facebook dit is niet Facebook dit is niet…”. Ewout: “Zolang je transparant bent over de afzender, dan mag er een hoop.”

Probleem opgelost. Let’s go. We gaan de vormgeving voor het museum uitwerken en afronden. En onze stichting officieel inschrijven. Houd ons in de gaten.

Op maandagavond 14 juli 2025 opent SETUP op station Utrecht Centraal het allereerste Facebook Museum ter wereld. De hele week kunnen bezoekers in het museum terecht om verhalen te delen, herinneringen achter te laten, data te doneren en aandenkens te scoren. Meer informatie vind je op www.facebook.museum.