Versimpelen, beheersen of loslaten: hoe gaan we om met toenemende complexiteit?

  • Artikel
Foto: Marco Verch

De wereld is voor steeds meer mensen een ingewikkelde plek om te leven. Problemen op het gebied van economie, gezondheid en klimaat zijn volgens experts ongekend complex. Hoe gaan we om met die complexiteit en welke rol speelt technologie?

Afgelopen zomer schreven 36 wetenschappers een brandbrief aan het kabinet. Ze stelden dat ten onrechte de indruk is ontstaan dat we het stikstofprobleem kunnen oplossen met uitsluitend technologische innovaties.

De brief staat niet op zichzelf, maar verwoordt een breder maatschappelijk vraagstuk: hoe gaan we om met een wereld waarin de mensheid – ondanks (en dankzij) al haar uitvindingen en technologisch vernuft – de controle aan het verliezen is?

Toenemende complexiteit

Steeds meer mensen hebben te maken met de gevolgen van klimaatverandering, oorlog, biodiversiteitsafname, inflatie, personeelstekorten en woningnood. We leven in een tijd van polycrisis. Of zoals comedian Lynks Afrikka het verwoordde: “crisis is the zeitgeist” maar zolang we “on trend” blijven, komt het helemaal goed:

Wie on trend blijft kan het niet zijn ontgaan dat bijna elke week wel een demonstratie plaatsvindt. Boeren, klimaatactivisten, zorgmedewerkers, ambtenaren, leraren, woningzoekenden; steeds meer mensen lopen tegen de grenzen van onze maatschappelijke systemen aan.

Systemen en instituties die ooit waren ingericht om burgers te ondersteunen zijn veranderd in geoliede machines van geïnstitutionaliseerd wantrouwen. Denk aan de afwikkeling van de Toeslagenaffaire, en meer recentelijk de algoritmische risicolijst met vermeende Amsterdamse probleemjongeren. Mensen raken vermalen door een overdaad aan bureaucreatie, complexiteit aan wetgeving, en geautomatiseerde besluitvorming die niemand meer begrijpt.

De roep om een grondige herziening van onze maatschappelijke systemen klinkt steeds luider. Maar hoe doen we dat? En hoe gaan we om met de broodnodige verandering en toenemende complexiteit?

De Britse historicus Luke Kemp onderzoekt aan het Centre for the Study of Existential Risk hoe het komt dat beschavingen instorten. Over de rol van technologie zegt hij:

“Misschien zijn we nu technologisch geavanceerder. Maar dit geeft weinig redenen om te geloven dat we immuun zijn voor de bedreigingen die onze voorouders ongedaan maakten. Onze technologische vaardigheden brengen juist nieuwe, ongekende uitdagingen met zich mee.”

Natuurlijk bestaat er geen universele theorie over waarom samenlevingen instorten, maar historici en antropologen zijn het erover eens dat toenemende complexiteit een grote rol speelt.

Zo verklaart onderzoeker Joseph Tainter dat samenlevingen uiteindelijk ten onder gaan aan het gewicht van hun eigen opgebouwde complexiteit en bureaucratie. Samenlevingen zijn volgens hem probleemoplossende collectieven die steeds complexer worden in de hoop nieuwe problemen te overwinnen. Maar na verloop van tijd bereikt die complexiteit een punt van afnemend rendement, waarna ineenstorting volgt.

Nigel Hawtin / bbc.com
Nigel Hawtin / bbc.com

In het verleden waren ineenstortingen van samenlevingen beperkt tot regio’s. Het ging om tijdelijke tegenslagen waarbij mensen gemakkelijk konden terugkeren naar een eenvoudigere agrarische levensstijl om te overleven.

Anno nu is zo’n terugkeer niet meer mogelijk. We zijn losgekoppeld geraakt van de productie van voedsel en basisgoederen, en afhankelijk geworden van grote netwerken en complexe productieketens. Dat in combinatie met biodiversiteitsafname en klimaatverandering maken dat we geen stapje terug kunnen doen. Kemp, de Britse historicus zegt daarover:

“Beschouw de beschaving als een slecht gebouwde ladder. Terwijl je klimt, valt elke trede die je hebt gebruikt weg. Een val vanaf een hoogte van slechts enkele treden is prima. Maar hoe hoger je klimt, hoe groter de val. Uiteindelijk, als je eenmaal voldoende hoog bent, is elke val van de ladder dodelijk.”

Elke instorting – elke val van de ladder – loopt volgens Kemp het risico om permanent te zijn. Terwijl we economisch krachtiger worden, vormen onze technologische capaciteiten bedreigingen waar nog geen enkele beschaving mee te maken heeft gehad. Denk aan nucleaire dreigingen; die zijn wereldwijd, door mensen aangestuurd, sneller en ingrijpender.

Toch is hij niet pessimistisch. We hebben immers het unieke voordeel dat we kunnen leren van de wrakstukken van eerdere samenlevingen.

Verlangen naar eenvoud

Een van de lessen die we uit die wrakstukken kunnen leren, vinden we bij de Amerikaanse onderzoeker Leidy Klotz.

Tijdens het spelen met zijn zoon kreeg hij een nieuw inzicht. Ze probeerden met Lego een brug te bouwen. Toen de brug schreef stond, wilde hij een blokje toevoegen aan de poot die te kort was, maar zijn zoon haalde een blokje van de te lange poot af. Probleem opgelost. Voor Klotz was dit het begin van zijn “Untapped Science of Less”: een zoektocht naar de vraag hoe we situaties kunnen verbeteren door iets weg te halen, in plaats van iets toe te voegen.

Klotz wordt aan de lopende band uitgenodigd voor advies. Dat is niet zo gek want we lijken massaal te verlangen naar meer eenvoud. Niet alleen op individueel niveau: minder drukke levens, minder spullen en minder schermtijd, maar ook op collectief niveau: meer zelf organiseren buiten de complexe bureaucratie om.

Een voorbeeld is de opkomst van buurtgezinnen. Door een stabiel gezin te koppelen aan een hulpbehoevend gezin, kan voorkomen worden dat problemen verergeren en een beroep moet worden gedaan op instanties. Leontine Bibo, oprichter van het initiatief “Buurtgezinnen” legt uit:

"Van grote systemen met protocollen moeten we het niet hebben. Het gaat om decentralisatie: inwoners voor inwoners. Je hoeft geen doorgeleerde te zijn om elkaar te kunnen helpen."

De trend van zelf doen, kleinschaligheid en vereenvoudiging sluit goed aan bij het gedachtegoed achter “Tools for Conviviality” van filosoof Ivan Illich. Volgens Illich veranderen zowel onze technologische als institutionele gereedschappen, gaandeweg in tools die ons controleren in plaats van andersom.

Bij elk gereedschap zouden we ons daarom de vraag moeten stellen: word ik hier een zelfstandiger, bekwamer mens van? Of worden menselijke kwaliteiten juist overbodig gemaakt? En worden mensen daarmee afhankelijk?

Illich pleit voor “tools for conviviality”: gereedschappen die mensen zelf of samen met elkaar kunnen maken, repareren en doorontwikkelen. Daarmee kunnen we voorkomen dat we afhankelijk worden van complexe machines die alleen bedient kunnen worden door een kleine groep mensen die niemand kent, of complexe bureaucratische instituties die kennis dicteren en daarmee onze eigen morele verbeeldingskracht afremmen.

Onze hedendaagse tools domineren ons te snel, maar dat hoeft volgens Illich niet het geval te zijn. Gereedschappen kunnen juist ook het beste in onszelf naar boven halen.

Technologie als controle-instrument

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Controlerende technologie is het default instrument waar we ons toe wenden als de complexe wereld niet precies doet wat wij willen.

Door complexe realiteiten te reduceren tot eenvoudige data-modellen, en volop in te zetten en data-gedreven gedragssturing, hopen bedrijven en bestuurders grip te krijgen op de samenleving. Recente voorbeelden daarvan zijn de Intelligent Speed Assistent die in alle nieuwe auto’s moet zitten om “afwijkend” rijgedrag bij te houden, en het onlangs verschenen Plan van aanpak witwassen wat banken de bevoegdheid moet geven om alle banktransacties in één gecentraliseerde database te monitoren met behulp van algoritmen.

Volgens de Duitse socioloog Hartmut Rosa zijn we met deze controle-insteek compleet de verkeerde weg ingeslagen. In “The Uncontrollability of the World” beschrijft hij hoe we als mensheid juist steeds minder controle over onze omgeving hebben gekregen omdat we de capaciteit zijn verloren om ermee in verbinding staan. Het programma om de wereld met technologie controleerbaar te maken leidt volgens Rosa tot een radicale vorm van onbeheersbaarheid die erger is dan het type onbeheersbaarheid waar we vandaan komen.

Door de wereld te behandelen als een reeks data-objecten die we moeten veroveren, beheersen en exploiteren, ontgaan ons de momenten waarop we de wereld kunnen ontmoeten en het leven daadwerkelijk kunnen ervaren. Dat leidt tot burn-out, frustratie, politieke agressie en vervreemding. Een wereld die volledig gekend is en waar alles rationeel wordt gepland, voorspeld en beheerst, is een dode wereld.

Resonantie; het vermogen om contact met de wereld te ervaren en een relatie aan te gaan waarin individu en wereld antwoordend tegenover elkaar kunnen staan; is volgens Rosa een belangrijk medicijn tegen vervreemding.

Copingmechanismen voor complexiteit

Vereenvoudigen, controleren en beheersen, loslaten: het zijn verschillende copingmechanismen voor complexiteit. De komende twee jaar onderzoekt SETUP deze omgangsmanieren door middel van artistiek ontwerpend onderzoek.

Op welke verschillende manieren proberen we ons veilig te voelen in inherent wrede wereld die niet voor ons gemaakt is? Welke copingmechanismen zijn er? Hoe komen die tot uiting in onszelf en in de manier waarop we technologie ontwerpen?

Aan de ene kant zien we de door Rosa bekritiseerde houding van controleren en beheersen, en aan de andere kant zien we de meer beschouwende houding van loslaten. Deze tweeledige benadering – controle tegenover loslaten – vormen het startpunt om copingmechanismen voor complexiteit te onderzoeken op zowel individueel, gemeenschappelijk als (inter)nationaal niveau.

We verwachten hiermee een breed en genuanceerd verhaal te kunnen vertellen over copingmechanismen voor complexiteit, en hoe we vanuit deze mechanismen onze technologieën ontwerpen. Een vooruitblik naar de projecten waar we het komende jaar mee aan de slag gaan:

Ambachtelijk Chips Bakken

Ondanks het succes van ASML lukt het niet altijd om chips te produceren. Rond de pandemie was er een tekort en nu spelen geopolitieke spanningen een rol. Grote techbedrijven proberen daarom hun chipproductie weer in eigen hand te nemen. Om grip te krijgen op deze wereld doet SETUP een poging om – op ambachtelijke wijze – chips te bakken. Naast een technisch onderzoek is dit een zoektocht naar de ambacht en kunde die in deze wereld verscholen ligt. Houdt de Fablab-geest van zélf lokaal fabriceren ook voor deze ambacht stand? Want hoewel chips letterlijk in al onze apparaten zitten, zijn we afhankelijk van maar een handjevol grote spelers wereldwijd. Kan en moet dat niet anders?

COBOL Reservisten Leger

Banken, verzekeraars en overheden gebruiken voor hun primaire ICT-processen veelal systemen die gebouwd zijn in de jaren tachtig en geschreven zijn in de programmeertaal COBOL. Langzaam zijn daar geen experts meer voor te vinden, omdat deze generatie programmeurs met pensioen gaat (of sterft), en de nieuwe generatie programmeurs geen zin heeft om deze stoffige oude taal te leren. Zij houden zich liever bezig met hippe web-frames. Oud-medewerkers moeten uit hun pensioen gehaald worden om te zorgen dat de systemen niet omvallen. Hoe houden we grip op onze bureaucratische processen? Om dat te onderzoeken, willen we een reservisten-leger van COBOL-programmeurs oprichten.

Sterrie AI

AI-systemen om nieuwe beelden mee te maken nemen de laatste tijd een grote vlucht. De datasets van ontelbare beelden waar deze systemen mee zijn getraind zijn echter gekleurd. Het is een culturele weerspiegeling van een Westerse cultuur, maar wat er precies in zit, is verborgen. Als deze systemen op grote schaal worden gebruikt om beeld te maken, welke beeldcultuur krijgen we dan? We nemen de proef op de som, en willen een community-specifieke AI-beeld-generator maken. We kijken naar de Utrechtse volksbuurt Sterrenwijk. Nu steeds meer volksbuurten worden opgenomen in cultureel erfgoed, onderzoeken we of we dit ook kunnen vangen in een AI-systeem.

Core Nature

Onze ICT-systemen complex? De natuur, die is pas complex. Kan het simpeler? Laten we eens stellen dat biodiversiteit overschat is. Wat moet je met een veelheid aan vogels zoals de Pimpelmees, de Koolmees, het Roodborstje, de Mus, de Meeuw, de Kievit… Is de Merel niet gewoon voldoende? Geïnspireerd door David Graebers’ idee van ‘bullshit jobs’ wenden we ons tot de natuur. Wat zijn de ‘bullshit-beesten’ die we makkelijk kunnen missen? Hoe zit het met de intrinsieke en instrumentele waarde van biodiversiteit? Kortom: voor wie is plaats in deze moderne ark van Noach? Door met een technocratische bril naar de natuur te kijken, bevragen we deze bril.