We hebben er een handje van, als mensen. Ons heil zoeken in technologische snufjes. Zeker als we voor complexe vraagstukken staan. Klimaatverandering, sociale polarisatie, ons koloniale verleden, MeToo: we bouwen er blijkbaar liever “een app” voor als oplossing dan dat we een goed gesprek hebben over ons gedrag. Technologische quick-fixes die zelden leiden tot structurele verbetering, maar wel vaak in nieuwe valkuilen. Waar komt deze neiging vandaan? Waarom grijpen we continu naar technologie als uitweg voor lastige problemen?
Om dit gedrag te onderzoeken, besloten we het volledig te omarmen. We ontwikkelden een exoskelet voor de dodo, een high-tech geraamte dat deze uitgestorven vogel 21st-century-proof maakt. Voor de uitdagingen die dit exoskelet vervolgens met zich mee zou brengen, schetsten we een serie nieuwe oplossingen vanuit hetzelfde tech-solutionistisch perspectief. En voor de daaropvolgende problemen wéér nieuwe oplossingen, enzovoorts, enzovoorts. We noemden het “Buurman-en-Buurmannen”; vol enthousiasme timmeren aan oplossingen voor zelf-veroorzaakte problemen. “Ajetoo”, zoals ze zouden zeggen.
Spoiler; we hadden zelf oneindig kunnen doorgaan met deze dodo-exoskelet-scenario’s. Maar wat gebeurt er als we hier met meer mensen op door Buurman-en-Buurmannen? Ontstaan er trends? Wat vertellen deze over hoe dit gedrag zich op hoger niveau uit? Tijdens onze presentaties en workshops over tech-solutionisme testten we dit met ons publiek. We legden jong en oud dezelfde ontwerpvraag voor: als er een uitgestorven diersoort weer terug op aarde zou zijn, welke technologische oplossing zou jij ontwerpen om dit beestje dit keer wel overlevingskans te bieden? Welke nieuwe problemen zie je hieruit ontstaan? En wat zou je daarop weer bedenken?
Drang om te fixen
Inmiddels zijn we honderd volgedoodelde post-its en ongemakkelijke gesprekken verder. Een simpel experiment, maar wel een met interessante inzichten. Opvallend is dat iedereen, ongeacht leeftijd of (technische) achtergrond, moeiteloos uitgebreide scenario’s kan schetsen met vindingrijke technische oplossingen. De een nog ingenieuzer dan de ander. Ook resulteert elke sessie steevast in een, laten we zeggen, interessant scala aan defensieve middelen: nieuwe technologische wapens die het voortbestaan van het dier in kwestie vooral afdwingen door andere flora en fauna te vernietigen (klinkt bekend?). Hoe dubieus deze wapens zelf misschien ook zijn, de resultaten uit dit experiment liegen er niet om: we zijn hier unaniem gewoon ontzettend goed in. Als mensen kunnen we super snel oplossingen bedenken met middelen die we al kennen en tot onze beschikking hebben. Een inventiviteit (of instinct?) die ons als soort veel heeft gebracht. Waar we, volgens emeritus hoogleraar psychologie Steven Hayes, zelfs onze dominantie op aarde aan te danken hebben. Een fix-it-mentaliteit, gedreven door ons taalvermogen, dat ons in staat stelt om uitwegen te verzinnen voor problemen. Waar we ons dus blijkbaar mee onderscheiden als diersoort. En waar we zeker ook trots op zijn.
The road to hell is…
En daar zit wellicht ook de crux. De drang en het vermogen om vlot iets op te lossen is an sich niet verkeerd. Als een “quick fix” in een noodsituatie het gevaar kan afwenden, dan is dat natuurlijk goed nieuws. En moeten we het er niet voor laten. Het wordt echter een ander verhaal, als we comfortabel worden met deze kortetermijnoplossingen. Zo comfortabel, dat we (de intenties van de ontwerper al dan niet ten spijt) ze gaan toepassen als langetermijnoplossingen. En daarmee deze technologie niet alleen reduceren tot bliksemafleiders voor de daadwerkelijke oorzaak van het initiele probleem, maar ook tot facilitator daarvan: ons eigen gedrag. Een gevaar dat bijvoorbeeld sluimert in veel innovaties rondom duurzaamheid. Zoals de tendens om de Ocean Clean Up Project te benaderen als remedie voor het plastic-soep probleem. Of CO2-opzuigende luchtzuiveringsmachines als afwenders van het broeikaseffect. Zijn het vernuftige ideeën? Zeker! Zijn het structurele oplossingen voor het oorspronkelijke probleem? Zeker niet.
Technologie = problemen oplossen = innovatie = vooruitgang
Wat echter opmerkelijk is, is dat we tech-solutionisme blijkbaar feilloos kunnen spotten in satirische kinderprogramma’s, maar IRL vaak niet meer identificeren als zodanig. Deelnemers in onze sessies herkennen bijvoorbeeld pas tech-solutionistische maatregelen of innovaties om zich heen nadat ze worden benoemd of aangewezen (en dan ineens in overvloed). Het Coronadashboard bijvoorbeeld (kennen we ‘m nog?), vol cijfers, metingen en statistieken om grip te krijgen op de verspreiding van het grillige Coronavirus. Of de geavanceerde automatische bewakingssystemen die ingezet moeten worden in supermarkten na het invoeren van de zelfscankassa. Of tools die ontwikkeld worden om AI-gegenereerde content te herkennen door middel van… juist: AI. En wellicht minder onschuldig: algoritmen ontworpen door de politie om criminaliteit en fraude op te sporen. Of strikte leerlingvolgsystemen om prestaties van scholieren te monitoren.
Blijkbaar is technologie als hoofdonderdeel van een oplossing al zo’n no brainer in onze huidige samenleving, dat we niet anders meer kunnen voorstellen. Technologie is daarmee de norm voor problem solving en innovatie geworden. Sterker nog: in discussies na ons experiment werd voorzichtig opgemerkt dat het “gek” zou voelen als technologie ontbreekt in innovatie. De vraag is dus blijkbaar niet of we überhaupt technologie moeten gebruiken, maar welke andere of vooral welke betere technologie. We zijn de spreekwoordelijke man met de hamer geworden, die dankzij dit specifieke gereedschap alleen nog maar spijkers kan zien. En hiermee een blinde vlek rijker is.
In tech we trust
Wat aan deze blinde vlek ten grondslag lijkt te liggen, is niet alleen het geloof dat de toekomst überhaupt te engineeren valt (een maakbare samenleving die verkregen kan worden door enkel de juiste technologie te vinden), maar ook de aanname dat technologie per definitie ons leven makkelijker en de wereld een betere plek kan maken. En daarmee dat technologie gelijkstaat aan vooruitgang. In andere woorden, techno-opportunisme; het geloof dat technologie een cruciale rol gaat spelen in het oplossen van de urgente bedreigingen waar de mensheid voor staat.
Dit sentiment komt impliciet naar boven als we verder praten. “Maar daar wordt toch wel wat op ontworpen?” “We hoeven alleen maar ‘x’ uit te vinden, en dan hebben we dit probleem opgelost.” Dit ongebreidelde vertrouwen in technologie als “redder” en het geloof dat tech een voorwaarde is voor een betere toekomst zijn niet alleen aanwezig op micro-niveau in onze sessies. Ze zijn een echo van hoe technologie al decennia lang door machtige spelers wordt gepresenteerd. Namelijk als dé belofte voor de toekomst. Nationale en lokale overheden, het bedrijfsleven, scholen: ze beschouwen digitalisering als noodzakelijk voor een professionelere dienstverlening, meer verbinding met de burger, of zelfs beter onderwijs. Ziekenhuizen verkennen AI en Internet of Things om werkprocessen efficienter te maken en zorg te optimaliseren. Mediamakers en -uitgevers doen hierop nog een duit in het zakje door te strooien met prachtige plaatjes van frictieloze technologie in futuristische settings, waarmee een extreem utopische beeldvorming van technologie wordt geschetst.
Niet zo gek dat we allen dan een hoge pet op hebben van technologie.
Als het vertrouwen in technologie zo groot is, of beter: de verwachting daarvan zo hooggespannen, dan is het logisch dat we hier als eerste naar grijpen als we een brand te blussen hebben. En dat als dit slaagt (zij het op korte termijn), ons vertrouwen in tech nog verder groeit. Tech-opportunisme en tech-solutionisme vormen op deze manier een kataliserend duo, die zichzelf in stand houden. Als Buurman en Buurman, samen aan het werk.
Tech-solutionisme als copingmechanisme voor complexiteit
Maar wat brengt al dit gebuurman-en-buurman ons? Behalve een excuus om het pijnlijke gesprek niet te hoeven aangaan over het gedrag that got us here in the first place? Precies dat. Tech-solutionisme biedt soelaas bij wicked problems. Het geeft een afgebakend kader en duidelijke handvatten om oplossingen aan te vliegen terwijl we op een modderig terrein staan. In tijden van mens-overstijgende ingewikkeldheid geeft het ons mentale rust om de oplossing buiten onszelf te plaatsen en te zoeken. En waar dat beter te doen dan bij dé beloofde tool voor een maakbare samenleving: technologie? Zeg nou zelf, het is best geruststellend om te geloven dat we slechts één algoritme verwijderd zijn van een functionerende democratie. Slechts één waterkeringsdam van een stijgende zeespiegel. Of één app van een woekerend virus. Met andere woorden, tech-solutionisme biedt een manier om om te gaan met de ingewikkeldheid die gepaard gaat met veelkoppige monsters. Als pleister op de wond die systemische, structurele verandering met zich meebrengt. Een controle-instrument om af te kaderen, inzicht te krijgen, en te timmeren aan een uitweg. En lijkt daarmee ons favoriete coping-mechanisme te zijn voor complexiteit.
Buurman en Buurman bouwen samen een zweefvliegmachine.
Hoe dagen we dit uit?
De vraag is: hoe worden we ons daar gezamenlijk meer bewust van? Hoe blijven we deze tech-solutionistische neiging in ons denken en probleemoplossendvermogen uitdagen? Hoe gaan we om met onze drang naar een maakbare samenleving en is deze ook te sussen zonder technologie?
Het is belangrijk dat we onze solutionistische fix-it-mentaliteit leren temperen. Omdat direct vliegen naar een oplossing zonder eerst het probleem volledig te begrijpen vaak betekent dat we stoppen met nadenken, grijze gebieden opzoeken, en vooral: ongemakkelijke gesprekken voeren. Wat ons onvermijdelijk nog verder afdrijft van daadwerkelijk duurzame oplossingen. Hoe trainen we onszelf om te denken vanuit het probleem, en niet vanuit de oplossing of erger: technologie? Hoe worden we weer comfortabel met pijnlijke gesprekken, frictie opzoeken en het ongewisse van ‘het even niet weten’?
Thema’s die wij graag verder verkennen. Dit jaar gaan we door middel van workshops en meet-ups het gesprek aan met mensen, partijen, instanties om dit te doen. Heb je hierover een interessante vraag of visie? Of wil je dit denken ook uitdagen binnen je team of organisatie? Wij gaan graag in gesprek! Stuur een bericht naar marissa@setup.nl en laat ons weten waar je aan denkt.