Sociale media zijn massaal toxisch verklaard, tijd voor een waardig afscheid

  • Artikel
  • Big Tech
  • Social media

Facebook, Insta en TikTok zijn massaal toxisch verklaard. Schermverslaving, polarisering, bijziendheid, brainrot; je had gisteren al je account moeten opzeggen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Daarom bouwt SETUP een Facebook Museum waar we onze belangrijkste herinneringen kunnen opslaan en de hoogte- en dieptepunten van dit platform herdenken. Zo rekken we ons voorstellingsvermogen op naar een post big tech wereld en brengen we samen het einde van Facebook dichterbij.

ROTTEND BREIN

We worden om de oren geslagen met onderzoeken over de ongezonde invloed van sociale media. Onzekerheid, angst, eenzaamheid, slaapklachten, bijziendheid, verminderde cognitieve flexibiliteit, de lijst gaat maar door. Om nog maar te zwijgen over brainrot: achteruitgang van je mentale toestand door eindeloos scrollen langs inhoudsloze content.

Zoals dat gaat bij elke maatschappelijke discussie worden ook altijd nog even de positieve kanten benoemd. Sociale media zijn een bron van sociale verbinding! Ontmoeting! Betrokkenheid! Solidariteit! En, oja, heel belangrijk: identiteitsvorming. Online kunnen mensen hun grenzen verkennen op het gebied van identiteit, stijl, creativiteit en humor.

Door te spreken van ‘’positieve’’ en ‘’negatieve’’ kanten lijkt de oplossing simpel: ofwel maakt iedereen voor zichzelf uit of hij de negatieve kanten vindt opwegen tegen de positieve, ofwel bouwen we een social media platform zonder alle negatieve crap. Lees: zonder verslavende algoritmen, AI-gecureerde tijdlijn en infinite scroll-functie. Maar de praktijk is een stuk ingewikkelder.

TOXICITEIT TREKT MENSEN AAN

Alternatieve sociale media zoals Bluesky, Mastodon, Signal, Threema en Flashes bestaan al, maar het aantal mensen dat overstapt valt in het niet bij het aantal Facebook en Insta gebruikers dat wereldwijd nog altijd groeit. Dat big tech platformen massaal toxisch zijn verklaard maakt nog niet dat we er ook massaal vanaf willen.

Zo blijkt uit een wetenschappelijke studie die vorig jaar werd gepubliceerd in Nature, dat mensen juist heel lekker gaan op toxiciteit. Het onderzoek analyseerde meer dan 500 miljoen threads, berichten en conversaties op acht sociale media platforms gedurende 34 jaar, en keek specifiek naar asociale interacties online.

Tot nu toe konden onderzoeken nooit goed onderscheiden welk gedrag door mensen wordt veroorzaakt en welk door het ontwerp van sociale media. Deze studie heeft dat verschil gedeeltelijk ontrafeld en concludeert: ongeacht platform of algoritme zijn het vooral mensen die sociale media giftig maken. Toxiciteit is dus meer het product van onze menselijke aard, dan van technologie. Al kunnen techbedrijven de toxiciteit die in onszelf zit natuurlijk wel extra uitbuiten en aanwakkeren.

Politici en bezorgde ouders pleiten daarom steeds vaker voor een leeftijdsgrens of een verbod. Rode draad in deze discussies: het is allemaal de schuld van de grote boze techbedrijven en daarom moeten we met strengere regels tegen hun verslavende technologie beschermd worden. Klinkt goed, maar wat als het probleem dieper ligt?

HEERLIJKE NIEUWE WERELD

In zijn boek Nihilism & Technology beschrijft techniekfilosoof Nolen Gertz dat onze huidige digitale technologieën niet alleen het product zijn van big tech, maar ook van onze eigen nihilistische verlangens om de moeilijke kanten van het menszijn te vermijden met technologie. Denk bijvoorbeeld aan het vermijden van frictie en face-to-face confrontaties. In plaats van ons af te vragen “wat technologie de mensheid aandoet” (passief), moeten we ons afvragen wat de mensheid technologie aandoet (actief). Op deze manier reduceer je mensen niet tot weerloze slachtoffers van big tech, maar worden zij medevormgever van hun relatie met technologie.

Regulering kan daarin een rol spelen, net zoals een minder verslavend ontwerp van onze digitale wereld. Maar het is gevaarlijk om te denken dat dit zal leiden tot een heerlijke nieuwe wereld.

Zo zien we bij regulering het probleem dat het kan leiden tot onwenselijke massasurveillance. Een voorbeeld is Australië waar de roep om een leeftijdsgrens voor sociale media leidt tot overheden die hun burgers onderwerpen aan ingrijpende surveillancetechnieken zoals het scannen van je gezicht of het uploaden van je paspoort om je leeftijd te controleren.

Een ander voorbeeld is contentmoderatie: door de luide roep om “online veiligheid” kunnen platformen steeds strengere gedragsregels afdwingen over wat mensen wel en niet mogen zeggen of laten zien. In de praktijk leidt dat tot culturele censuur, een verbod op meningen die afwijken van het gemiddelde en machtsverschillen waarin bepaalde groepen meer vrijheid van meningsuiting krijgen dan andere.

Maar het grootste probleem met regulering is dat het niets verandert aan het onderliggende probleem. Volgens schrijver en internetcriticus Nicholas Carr hebben we sociale media zo diep in onszelf toegelaten, dat regulering daar met geen mogelijkheid tegenop kan. De oplossing moet volgens hem dan ook niet van bovenaf komen, maar van onderop met een algehele cultuurverandering:

“We zullen alleen een brede verandering gaan zien als een nieuwe generatie zich gaat verzetten tegen deze digitale technologie. Als er een tegencultuur ontstaat zoals in de jaren zestig, waar jongeren zeggen: deze technologie is dominant, het controleert, surveilleert en onderdrukt ons, het is iets dat volwassenen gebruiken, maar wat wij afwijzen, waar wij ons van distantiëren.”

Zijn oproep sluit aan bij het uitgangspunt dat we pas andere technologieën kunnen bouwen, als eerst de mens verandert die deze technologieën ontwerpt en gebruikt. Zo’n cultureel veranderingsproces zou verder moeten reiken dan de ontwerpers die onze digitale technologieën maken. Want de dromen, verlangens, mens- en wereldbeelden uit Silicon Valley zijn inmiddels cultureel gemeengoed geworden.

Dat zie je bijvoorbeeld terug in het gemak waarmee we het misleidende Silicon Valley mensbeeld hebben omarmd dat computers en mensen hetzelfde zijn en daarmee AI-vervangbaar. Een andere toekomst zonder diepe buiging voor AI kunnen we ons al niet eens meer voorstellen, laat staan dat we het kunnen ontwerpen.

Misschien moeten we hieruit concluderen dat niet zozeer onze digitale technologieën stuk zijn, maar wijzelf. Want zo lang we het onderliggende probleem  – onze eigen nihilistische verlangens om het menszijn te vermijden met technologie – niet aanpakken, zullen we altijd toxische technologieën blijven ontwerpen en gebruiken.

VOLGENDE VERSLAVING IN DE MAAK

Zo heeft Meta, het moederbedrijf achter Facebook, WhatsApp en Insta, alweer een nieuwe verslaving voor ons in petto. Sinds kort gebruikt het bedrijf al jouw sociale media posts en afbeeldingen om AI te trainen. Doel: iedere gebruiker een AI-chatbot geven om mensen opnieuw aan hun telefoonscherm vast te lijmen. De chatbot kun je alles vragen; van levensadvies tot het maken van een e-mail, afbeelding, artikel samenvatting of weekplanning. Gevolg: cognitieve aftakeling waarbij de mens steeds dommer wordt en makkelijker vervangbaar door AI.

Na de smartphone en sociale media, dreigt AI de volgende verslaving te worden waarvan we onszelf later achter de oren krabben of we er als mensheid echt beter van werden. Wat hebben we nodig om uit deze fuik te komen?

BIG TECH CLOSURE

Hoewel veel mensen graag afscheid zouden nemen van hun big tech verslaving, zijn er maar weinig die stoppen of overstappen op een alternatief social media platform. Meest genoemde reden: er zitten te weinig connecties op. Daarmee zijn we terug bij de kern van het probleem. Niet zozeer een gebrek aan alternatieven houdt ons tegen, maar onze eigen verlangens. In dit geval het verlangen om met zoveel mogelijk connecties op één platform te zitten en onze activiteiten pas waardevol te vinden als zoveel mogelijk mensen het kunnen zien. Steeds meer mensen en organisaties verdienen zelfs hun inkomen met hun sociale media zichtbaarheid.

Wat sociale media zo toxisch maken, is dat kwantiteit op het gebied van sociale verbinding belangrijker is geworden dan kwaliteit. Door veel connecties te hebben gaan we elkaar oppervlakkiger volgen, categoriseren en beoordelen. En we gaan verlangen naar een algoritmisch-gecureerde tijdlijn omdat er te veel content is. De toxiciteit die dat oplevert is niet alleen de schuld van big tech, het is ook een uiting van ons eigen verlangen naar een efficiënte vorm van sociale schaalvergroting.

Die schaalvergroting heeft een hoge prijs: big tech krijgt enorm veel macht. Hoe ver dat kan gaan werd afgelopen maand nog pijnlijk duidelijk. Trump legde vanwege het arrestatiebestel tegen de Israëlische premier Netanyahu alle Microsoft e-maildiensten plat waardoor het Internationaal Strafhof haar werk niet meer kon doen. Ook deze ingrijpende gebeurtenis maakte niet dat mensen massaal hun big tech accounts gingen opzeggen.

En dat is ook niet zo gek. Los van alle politieke, sociale of praktische obstakels om je account op te zeggen, spelen ook emotionele redenen een belangrijke rol. Voor veel mensen zijn platforms als Facebook en Insta naast hun sociale leven, werk of inkomen, ook een verzamelplek van herinneringen die je niet zomaar wilt weggooien. De verschillende levensfasen waar je doorheen ging, foto’s van dierbaren, de hoogte- en dieptepunten uit je leven, wie terug scrolt op zijn tijdlijn krijgt al snel het gevoel: dit kan ik onmogelijk allemaal achterlaten.

Daarom bouwt SETUP een Facebook Museum waar we onze belangrijkste herinneringen kunnen opslaan en samen de hoogte- en dieptepunten van het platform kunnen herdenken. Zo rekken we ons voorstellingsvermogen op naar een post big tech wereld en brengen we samen het einde van Facebook dichterbij.

BRINGING THE END CLOSER TOGETHER

Op maandagavond 14 juli openen we in de pop-up store op Utrecht Centraal het allereerste Facebook Museum ter wereld. We bewaren de mooiste én meest confronterende herinneringen aan Facebook, voordat ze voorgoed verdwijnen.

Facebook herinnert ons aan het beste én het slechtste in onszelf. Door het Facebook-erfgoed te bewaren voor een nieuwe generatie, kunnen we hen behoeden zich nogmaals te verliezen in de armen van een nieuwe tech-oligarch, zonder hun jeugdige enthousiasme en nieuwsgierigheid naar een online netwerksamenleving te beknotten.

Het museum opent eerst in Utrecht en krijgt daarna een permanente locatie in een door Nederlanders gekozen gemeente.

Alvast een voorproefje zien? Ga naar www.facebook.museum